Browser

Een browser (ook wel web-bladeraar of webverkenner genoemd) is een programma waarmee je webpagina’s kunt bekijken. Bekende browsers zijn Microsoft Internet Explorer, Mozilla Firefox, Google Chrome of Apple Safari.

Onderdelen browser

Bekende onderdelen van een browser:

  • Een adresbalk waar je het adres in typt waar je naartoe wilt surfen
  • Bookmarks voor pagina’s waar je vaak heen gaat
  • Een geschiedenisfunctie waarbij alle bezochte sites worden opgeslagen

Browsers zijn gratis te downloaden op de websites van de aanbieders. Op je computer is altijd een browser voorgeïnstalleerd zodat je snel het internet op kunt.

Ontstaansgeschiedenis

Het lijkt erop dat het woord ´browser´ al voor het ontstaan van het world wide web gebruikt werd, als een algemeen woord voor programma’s waarmee een gebruiker kan bladeren door teksten. ´To browse´ is namelijk het Engelse werkwoord voor snuffelen, bladeren, grazen, rondkijken, etc. In 1992, toen de eerste browser werd uitgevonden, begon men dit werkwoord ook te gebruiken voor het bekijken van het world wide web.

Technische context

In technische termen is een webbrowser een programma:

  • dat het HyperText Transfer Protocol (HTTP) gebruikt
  • om via het internet verzoeken te versturen naar webservers
  • om de antwoorden die terug worden gestuurd af te beelden voor de internetgebruiker.

De eerste webbrowser

Mosaic was de eerste browser. De makers ervan hebben later een nieuw bedrijf opgericht: Netscape. Dit bedrijf maakte de eerste veelgebruikte webbrowser genaamd ‘Netscape Navigator’. Later volgde Microsoft met een eigen webbrowser: Internet Explorer.

Naar begrippen